Resomeren wordt door verschillende onderzoekers beschouwd als de meeste duurzame manier van lichaamsbezorging. Ook in de uitvaartbranche is het onderwerp duurzaamheid steeds belangrijker. Mensen kiezen steeds vaker bewust voor duurzame alternatieven. Dat geldt niet alleen voor bijvoorbeeld keuzes bij voeding of mobiliteit, maar ook steeds meer bij uitvaarten. Om een voorbeeld te noemen, vroeger werden er bij uitvaarten nog regelmatig ballonnen opgelaten, maar tegenwoordig gebeurt dat nog maar sporadisch. Mensen weten dat er veel duurzamere alternatieven zijn en kiezen daarvoor. Datzelfde kan ook gaan gebeuren bij de keuze tussen begraven, cremeren en resomeren. Mensen die duurzaamheid bij hun keuzes op nummer 1 hebben staan zullen bij een uitvaart (mogelijk) kiezen voor resomeren.
Onderzoek: resomeren is meest duurzaam
TNO heeft in 2011 een groot onderzoek gedaan naar de milieu impact van de verschillende mogelijkheden voor lichaamsbezorging. Uit dat onderzoek is gebleken dat resomeren minder belastend is voor het milieu dan cremeren en begraven. De milieubelasting is zelfs nihil volgens de onderzoekers van TNO.
Uit de onderzoeksresultaten tussen de verschillende mogelijkheden blijkt dat cryomeren en resomeren voor vrijwel alle milieueffectcategorieën de kleinste impact hebben. Begraven is volgens het onderzoek het minst duurzaam, cremeren neemt voor alle milieueffectcategorieën een tussenpositie in. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat er sinds 2011 en nu het een en ander is veranderd op het gebied van cremeren. Sinds de introductie van de elektrische crematieoven beschikken verschillende Nederlandse crematoria over een elektrische oven die gevoed wordt met elektriciteit van zonnepanelen. Daardoor is de impact van deze crematies veel lager dan die van crematies op gas.
Aangenomen wordt dat voor resomeren rond de 14 procent van de energie nodig is die gebruikt wordt voor cremeren. Een bijkomend voordeel is dat er geen uitstoot plaatsvindt bij resomeren.
Het hele onderzoek van TNO en de conclusies zijn terug te vinden in de infotheek van Uitvaart.nl.